Je zou maar eens te lang met hetzelfde behangetje zitten. Uit angst gedateerd over te komen, vernieuwen winkels, hotels en bedrijven hun interieur iedere 5 tot 7 jaar.

Wel trekt zoiets een zware wissel op het klimaat, omdat oude interieurs vaak op de vuilnisbelt belanden. Hans Vermeulen (46), mede-oprichter en CEO van de Amsterdamse startup Aectual, denkt de oplossing in handen te hebben. Zijn bedrijf verwerkt bedrijfsafval met een 3D-printer tot volledige interieurs.

Als afnemers na een paar jaar toe zijn aan een nieuw interieur, leveren zij hun oude stekkie weer in bij de startup. Die verwerkt dat weer tot materiaal om een nieuw interieur van te printen.

Dat trucje kan hij met allerlei materialen uitvoeren, laat Vermeulen zien, zittend in zijn wijds opgezette loods-annex-kantoor in Amsterdam-West. Hij pakt een 3D-geprinte creatie vast, bedoeld als muurversiering. “Dit is gemaakt van zaagsel met cellulose [materiaal uit het binnenste van planten, red.] als bindmiddel. Die mix printen we uit.”

In de hoek van de loods staat een gigantische, witkleurige 3D-printarm. Hebben ze zelf ontwikkeld, vertelt Vermeulen. “We printen zelf, maar zoeken ook de samenwerking op met andere bedrijven die grote 3D-printers hebben. In de Verenigde Staten, Japan en het Midden-Oosten kijken we daar bijvoorbeeld naar.”

Door zo lokaal mogelijk te 3D-printen, hoeven Vermeulen en zijn team geen gehele interieurs te verschepen – iets wat ook weer voor CO2-uitstoot zou zorgen.

Aectual telt ruim 100 klanten over de hele wereld

Aectual levert dan ook wereldwijd aan meer dan honderd klanten. Onder Vermeulens klantenkring vallen grote bedrijven zoals juwelier Tiffany & Co., sneakermerk Nike en autoproducent BMW, die de 3D-geprinte interieurs in hun winkels, kantoren of showrooms hebben geïntegreerd.

Zo 3D-printte Aectual de interieurs van enkele Nike-winkels in Londen, Dubai en Milaan. Een ontwerpteam van Nike ziet toe op het design, dat ze met de software van Aectual creëren. “Dankzij deze techniek kunnen we veel verschillende designideeën direct uitprinten”, zegt Vermeulen. “Elke winkel van Nike is daardoor nét even anders.”

Een vestiging van juwelier Tiffany & Co., waarvan startup Aectual het interieur leverde.
Een vestiging van juwelier Tiffany & Co., waarvan startup Aectual het interieur leverde.
Paula Mansilla

Ook handig aan deze techniek, volgens Vermeulen: “Doordat we bestellingen op maat leveren, zorgen we niet voor afval. We leggen alleen neer wat we nodig hebben. Als de klant het niet mooi vindt, maken we van hetzelfde materiaal weer iets anders. Ook is er geen snijverlies, omdat de printer precies uitprint wat er nodig is.”

Aectual mag dan zelf geen afval achterlaten, het bedrijf werkt – zoals gezegd – wel degelijk met afval. Dat krijgen ze van grote bedrijven, zoals Tetra Pak. Dit verpakkingsbedrijf produceert jaarlijks miljarden melkpakken, die voor een kwart bestaan uit polymeer en aluminium; restafval dat in de regel niet gerecycled wordt.

Niet bij Vermeulen. Die slaat juist op grote schaal - tot 3D-printkorrels verwerkte - melkpakken van Tetra Pak in, omdat hij de kunststoffen goed kan gebruiken als materiaal voor zijn 3D-printers. “We verwarmen dit in onze machines, waardoor we er interieur mee kunnen printen.”

Of neem een samenwerking die Aectual afgelopen najaar opzette met electronicagigant Lenovo. De startup gebruikte plastic uit afgedankte servers, laptops en smartphones van Lenovo om er poefen van te maken.

Vermeulen stelt zelfs aangestrande visnetten te gebruiken als materiaal voor zijn interieurs. Die visnetten krijgt hij - in verkorrelde vorm - van het Amsterdamse textiellab ReFlow, dat ervoor kusten afstruint. De polymeren uit de netten krijgen bij Vermeulen weer een tweede leven in de 3D-printer.

Volgens Vermeulen kunnen zijn afnemers, dus de kantoren en winkels, tot 80 procent van hun CO2-uitstoot besparen door zijn 3D-printoplossing. “Dit hebben we berekend door een levenscyclusanalyse op de materiaalstromen los te laten. Je gebruikt alleen materiaal wat je nodig hebt en kunt dat eenvoudig tien keer herhalen met weinig energie.”

'Regelgeving helpt ons als bedrijf om te groeien'

De dienst die de Amsterdammers leveren, is een schoolvoorbeeld van de circulaire economie. Hierbij gebruiken bedrijven hun afvalstromen als materiaal voor nieuwe producten, die na hun eigen levensduur ook weer verwerkt worden tot materiaal voor nieuwe fabricaten.

De Nederlandse overheid wil vanaf 2030 de helft minder grondstoffen verbruiken. In 2050 moet heel Nederland circulair opereren. Toch wist ons land de afgelopen jaren nog weinig vooruitgang te boeken.

Sterker nog, de hoeveelheden verbrand en gestort afval namen juist toe, meldde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) begin 2023. Het leidde begin 2023 tot een oproep van 34 bedrijven aan de overheid om vaart te maken met de circulaire economie.

Aectual denkt op de troepen vooruit te lopen met zijn circulaire model. Hij hoopt hier op termijn bedrijfstechnisch van te profiteren. “De regelgeving van de overheid helpt ons als bedrijf om te groeien. Wij kunnen onze diensten al circulair leveren, terwijl alternatieven minder duurzaam zijn.”

De melkpakken van Tetra Pak verwerkt startup Aectual tot poefen. Links in beeld medeoprichter Hedwig Heinsman, rechts in beeld medeoprichter Martine de Wit.
De melkpakken van Tetra Pak verwerkt startup Aectual tot poefen. Links in beeld medeoprichter Hedwig Heinsman, rechts in beeld medeoprichter Martine de Wit.
DRTMNT/ Aectual

Ook Europese duurzaamheidswetgeving speelt Aectual in de kaarten. De Europese Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) verplicht grote bedrijven vanaf dit jaar om over hun duurzaamheidsbeleid te rapporteren. Het moet bedrijven ertoe aansporen om groener in te kopen, bijvoorbeeld via partijen als die van Vermeulen.

Daar hangt wel een prijskaartje aan. De op maat gemaakte producten van Aectual zijn voor afnemers nog altijd "iets" duurder dan de traditionele wegwerp-interieurs, geeft Vermeulen desgevraagd toe. De grootste kosten zitten hem in het terugverdienen van de ontwikkelingskosten. “Wel zijn we nu al competitief in vergelijking met andere op maat gemaakte interieurproducten.”

'3D-printen was 10 jaar geleden wat AI vandaag is'

Aectual ontstond in 2017 vanuit het nog altijd actieve architectenbureau DUS Architects, waar Vermeulen tevens mede-oprichter van is. Hij richtte de indertijd nieuwe bv samen op met zijn DUS-compagnons Martine de Wit (47) en Hedwig Heinsman (43), die ook nog altijd aan beide bedrijven verbonden zijn.

Het bureau haalde tien jaar geleden, in 2014, internationaal de media met een project om grachtenpanden uit de 3D-printer te toveren - het zogeheten 3D Print Canal House.

Geïnteresseerden togen indertijd af naar een testlocatie in Amsterdam-Noord, waar 3D-printers de ene na de andere muur tevoorschijn toverden. Het terrein liet zich omschrijven als een mengelmoes van allerhande zorgvuldig uit laagjes opgebouwde plastic creaties.

DUS Architects had in die jaren, zoals de meeste 3D-printbedrijven, nog geen systeem opgetuigd om de vele slierten aan plastic te recyclen. De branche kreeg dan ook geregeld de kritiek vooral bij te dragen aan de wereldwijd groeiende berg plastic. De sector zou zowel het milieu als de CO2-uitstoot geen dienst doen, meenden critici.

Opvallend, aangezien Vermeulen nu juist het redden van het klimaat tot zijn speerpunt heeft gemaakt. Als Business Insider hem met deze tegenstrijdigheid confronteert, stelt de ondernemer dit wel te begrijpen: “Wel moet je je voorstellen dat het klimaat toen veel minder hoog op de zakelijke agenda’s stond. Ook bij ons, wij waren indertijd vooral bezig met hoe je design kunt democratiseren.”

Vermeulen stelt zich de jaren erna te zijn gaan verdiepen in hoe bedrijven slimmer met hun materiaal kunnen omgaan. “Ik begon te ontdekken hoe bizar de wereld eigenlijk in elkaar steekt.”

3D-printing was tien jaar geleden wat kunstmatige intelligentie vandaag is; de techhype van het moment. “Het verhaal was toen dat iedereen een 3D-printer in huis zou krijgen”, lacht Vermeulen. “Dat is natuurlijk niet gebeurd. Het is voorlopig meer iets voor de zakelijke markt gebleken.”

Ook het 3D-geprinte huis is nog altijd geen gemeengoed geworden. Omdat Vermeulen naar eigen zeggen niet puur een “ontwerppartij met een robot” wilde blijven, richtten hij en zijn compagnons zeven jaar geleden Aectual op.

“We wilden onze techniek met andere ontwerpers delen”, zegt Vermeulen. “Wij leveren sindsdien de datasets, waar grote bedrijven met hun ontwerpteams mee aan de slag kunnen.”

Aectual moest zich aanpassen aan uitdagend investeringsklimaat

Het jaar erop haalde het bedrijf 1,8 miljoen euro aan groeifinanciering op bij de Nederlandse impactinvesteerders AKEF en Doen Participaties en het Amerikaane Future Shape, van uitvinder en ondernemer Tony Fadell. Zij vergaarden hierdoor een minderheidsbelang in Aectual en legden in de jaren erop nog eens 2,5 miljoen euro in, aldus Vermeulen.

Toch haalde het bedrijf nog geen geld op bij andere investeerders. “Op dit moment hebben we dat niet per se nodig”, zegt Vermeulen. “We verkopen genoeg en maken een kleine winst. Vanuit daar zien we een pad om te groeien, al mogen investeerders altijd contact opnemen.”

Vorig jaar stond Vermeulen daarentegen nog anders in de wedstrijd. De startup wilde toen 3,5 miljoen euro ophalen om sneller op te schalen.

De ondernemer had een plan opgesteld voor een verhuurmodel van zijn interieurcreaties. In plaats van het kopen van een interieur, zouden bedrijven het voortaan ook kunnen huren door er maandelijks voor te betalen. Voor afnemers zou een circulair 3D-geprint interieur hierdoor beter betaalbaar worden, was het idee.

De melkpakken van Tetra Pak, door startup Aectual tot designmuren verwerkt.
De melkpakken van Tetra Pak, door startup Aectual tot designmuren verwerkt.
Aectual

Omdat zo’n model voorfinancieringen vergt, ging Vermeulen met de pet bij investeerders langs. Al waren zij volgens Vermeulen geïnteresseerd, toch kreeg hij nul op het rekest. “Het investeerdersklimaat is echt omgeslagen, merkten we. Door de gestegen rentes steken investeerders minder snel geld in startups.”

Zijn groeiplannen zette Vermeulen daarop nog even in de ijskast, om in licht afgeslankte vorm – van 13 naar 10 fte’s - richting winstgevendheid toe te werken. “We zijn onze productie meer gaan uitbesteden, wat investeerders eerder nog wat misten aan ons verhaal. Asset light, noemen ze dat.”

De omzet van de startup verdubbelde afgelopen jaar ruim, aldus Vermeulen. Hij stelt momenteel een “miljoenenomzet” te draaien, die desgevraagd “onder de 10 miljoen euro” is.

Ondertussen boort Vermeulen behendig nieuwe kapitaalstromen aan. Zo levert Aectual sinds kort als optie 3D-geprinte, circulaire lampenkappen van Philips aan in zijn interieuropties. “Ook dáár zit een groeicomponent in voor ons.”

De startup hoopt uiterlijk volgend jaar alsnog zijn groeiplannen waar te kunnen maken rondom het felbegeerde verhuurmodel. “We hopen dat met een investering van investeerders of de bank te kunnen doen.”

Is Vermeulen niet bang om door de concurrentie ingehaald te worden? Wat als een Amerikaanse concurrent straks uit het niets een zak van 30 miljoen dollar ophaalt en veel sneller kan opschalen?

De ondernemer stelt zich daar weinig druk over te maken. “Wij zijn een van de weinigen in de wereld die een platform leveren waarmee bedrijven hun eigen interieur kunnen ontwerpen”, zegt Vermeulen. “Er zijn wel concurrenten, maar vaak hebben die een eigen ontwerppraktijk. Anderen hebben weer alleen machines, zonder een designlink te hebben.”

Vermeulen kijkt uit over zijn werkplaats, vol met 3D-geprinte muurtjes, wandpanelen en plantenbakken in sierlijke patronen. “Als we straks ons servicemodel lanceren, verwacht ik dat we een hockeystickgroei door zullen maken.”

LEES OOK: Hoe een Leidse startup de fentanylepidemie in de VS wil bestrijden met 3D-geprinte medicatie